Naar Curaçao


Begin 1959 kreeg pa te horen dat hij voor 1,5 jaar naar de West moest. Hem was weer eens een kunstje geflikt en hij moest de plaats van iemand anders, die niet wilde gaan, innemen. Pa was nog maar net terug van 1,5 jaar Nieuw Guinea. Dit keer lukte het pa om zijn gezin mee te krijgen. Een bevriende marine arts was hem hierbij behulpzaam. In oktober 1959 vertrok pa met het vliegtuig naar de Nederlandse Antillen, voor een periode van drie jaar. Hij werd geplaatst op de marinierskazerne Suffisant en gedetacheerd op de marinebasis Parera. Pa was veel werkzaam op het radiostation St. Joris. Dit keer ging het gezin dus mee. Een probleem was dat oudste dochter Hanny inmiddels verkering had. Dat leidde tot grote onrust. Toch moest ook zij mee naar de Antillen. Het gezin vertrok per boot, Ms. Prins der Nederlanden,  in december 1959 naar de West. Voor bijna het hele gezin was de periode van 1960 - 1963 een geweldige tijd! Bijna, want oudste dochter Hanny ging na een half jaar toch weer terug. Ze kon in de kost bij een familie (Beij) in Leiden. Mamma raakte in korte tijd van haar zware astma verlost. We kregen er een zusje bij,
Cornelia (Rita, 6 juli 1967). Daarmee had pa zijn laatste kruit verschoten…. Met mijn broertje Ruud en buurjongen Royce trokken we vaak de natuur in. We bleven hele dagen weg en voorzagen ons zelf onderweg van eten en drinken. Er werd bijv. met een windbuks gejaagd op kleine duiven, die we boven een vuurtje roosterden. De tijd dat we noodgedwongen thuis moesten blijven om te helpen met het huishouden was voorbij. Voor ons, de jongens, was het ook erg interessant om pa’s werk van wat dichterbij te mogen zien. Al vertelde pa zelf ons nauwelijks iets over datgene wat hij deed. We bezochten het radiostation en kwamen aan boord van Hr.Ms. “Zeeleeuw”, een voormalige Amerikaanse boot die met een smaldeel ( met o.a. het vliegdekschip Hr.Ms. “Karel Doorman”) op weg was naar Nieuw Guinea dat door Indonesië werd geclaimd. Het bezoek aan de onderzeeboot maakte grote indruk op mij. Voor het eerst was ik in een benauwde, naar diesel stinkende onderzeeboot waar pa jaren in gevaren had. Wie had dat gedacht! En pa gaf zowaar wat tekst en uitleg. Eindelijk! Pa was bijna dagelijks thuis en haalde op dat eiland zowaar zijn rijbewijs. Ik ging met hem mee toen pa zijn eerste auto, een knalrode VW Kever, kocht á 4.250 Antilliaanse guldens. Pas later, toen ik zelf ging autorijden kwam ik erachter dat pa een ware kneus op de weg was. Hij had beter eerst een amfibievoertuig of een lelijke eend kunnen kopen om af te kicken van het varen op en onder water.
In de eerste periode heb ik pa een keer boos thuis zien komen. Hij beklaagde zich over een adjudant, die aan het begin van de straat woonde met zijn gezin. "Die lafbek heeft zich aan het begin van de oorlog vrijwillig overgegeven aan de Moffen!", brieste pa. "Hij was toen net als ik nog eerste klas. En nu is hij adjudant en ik maar sergeant!", spuwde hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten