Het kistje van opa

Mandy volgt een cursus verhalen schrijven. Opdracht 2 van vandaag luidde: Schrijf iets met als laatste zin "het kwam allemaal uit het houten kistje van opa". Dit was niet eenvoudig. Maar hier is dan mijn versie.

Op tafel lag een steen, een kaartje en een medaille. Zachtjes raakte ze de steen aan. Het voelde glad en warm aan. De verschillende tinten bruin en zwart lagen naast elkaar als satijnen linten en vormde een bijzonder mooi geheel. Als ze zich niet vergiste was de steen een tijgeroog. Ze had ooit eens gelezen dat deze steen kan zorgen voor meer zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. Was het misschien daarom dat opa een zelfverzekerde vasthoudende man had geleken. Ze pakte de steen op en hield hem stevig in haar hand. Langzaam voelde ze zich ontspannen. Ze legde de steen weer voorzichtig neer, alsof het kon breken bij de minste aanraking met het tafelblad. Nu bekeek ze het verkleurde kaartje. Op de voorkant stond een tekening van een open gebloeide roos. De kleur rood van de roos was vervaagd tot een rozige tint. Ze wist dat haar oma mooi kon tekenen en ze twijfelde er niet aan dat dit van haar hand kwam. Op de achterkant stonden de woorden: “Het is gemakkelijker te sterven dan lief te hebben”. Het sierlijke handschrift van haar oma deden de woorden overkomen als licht en luchtig. Toch voelde ze de zwaarte van de zin op haar neerdalen. Was het zo moeilijk geweest tussen haar opa en oma? Of waren het de herinneringen uit de oorlog die hier vereeuwigd waren? Ze vroeg zich af of het werkelijk zo moeilijk was om iemand lief te hebben, zo moeilijk dat sterven een makkie was in vergelijking. Ze wist het niet, ze was nog jong en had nog niet de liefde van haar leven ontmoet. En ja, sterven zou dus in haar geval makkelijker zijn. Ze legde het kaartje met eerbied naast de tijgeroog terug. Als laatste lag daar de medaille. Ze had nooit geweten dat haar opa een medaille had. Ze woog hem in haar hand en keek naar de gravure. Het was het oorlogsherinneringskruis. Opa had tijdens de tweede wereldoorlog vooral in de Pacific rond gevaren. Spraakzaam was hij er nooit over geweest. Vijf jaren op een onderzeeboot in gevaarlijke omstandigheden, daar kon ze niks bij voorstellen. En ook al had hij er nooit iets over gezegd, ze wist dat deze periode diepe groeven had achtergelaten. Vol ontzag en trots staarde ze naar de drie voorwerpen voor haar op tafel. Ze was blij verrast geweest toen ze hoorde dat opa haar had genoemd in zijn testament. Van haar oom kreeg ze het oude bewerkte doosje gemaakt in IndonesiĆ«. Ze herkende het meteen want het had al die jaren op het nachtkastje van haar opa gestaan. En nu stond het op haar tafel. Een heel leven weergegeven in 3 voorwerpen en het kwam allemaal uit het houten kistje van opa.

Eindelijk erkenning!

In ons vorige weblog heb ik al eens geschreven over de wijze waarop de Koninklijke Marine ic de Onderzeedienst  haar personeel discrimineert. Zo is decennia lang geweigerd om de namen van gesneuveld Marinepersoneel met een Indische afkomst op het monument in Den Helder te vermelden. Maar dat was nog niet alles. Ook Marinepersoneel dat tijdens de oorlog omkwam en op dat moment niet actief werkzaam was is decennia lang genegeerd. Wie niet als opvarende van een boot om het leven kwam, verdiende geen plekje op het monument, aldus Defensie. De Tweede Wereldoorlog is in 1945 beĆ«indigd. Pas dit jaar is het gelukt om een bijna complete onderzeebootbemanning op het monument van 1947 vermeld te krijgen samen met nog een groot aantal genegeerde / gediscrimineerde slachtoffers. Tussentijds is een aantal aan de achterzijde(!) van het monument vermeld geweest. Wat een schande. Het betreft o.a. de onderzeebootbemanning, een kleine 30 man, die aan boord van de Abosso op weg was van Zuid Afrika naar Engeland. Het transport op zich stond onder grote kritiek van Ltz Coumou vanwege het feit dat het opperbevel in Londen de veiligheid van het schip en diens bemanning nauwelijks serieus nam. Zonder escorte moest het relatief traag varend schip door wateren varen, die door de Duitse U-boten werden bejaagd. De bemanning, met Ltz 1e klas Coumou onder hen, zou aan boord van Hr.Ms Haai (een door Engeland afgestane onderzeeboot, Varnes) geplaatst worden. Na het vertrek van de Abosso uit Zuid Afrika werd het schip nog geen dag later op 9 oktober 1942 met totaal 400 koppen aan boord getorpedeerd door de Duitse U-boot U575. Slechts 31 opvarenden overleefden de ramp. De Kon. Marine heeft het niet nodig gevonden de namen van de omgekomen bemanningsleden op het monument te Den Helder te vermelden. Maar deze week is het eindelijk zover. Tijdens een korte plechtigheid zijn de namen alsnog vermeld op de plek waar ze thuishoren. Het was Fred Gommers, wiens vader sneuvelde op Hr. Ms "O22", die ruim 60 jaar(!) gestreden heeft tegen dit onrecht. Dankzij zijn doorzettingsvermogen staan nu  ruim 80 gesneuvelde marinemensen alsnog vermeld. Toen de commandant der Zeestrijdkrachten meneer Borsboom tijdens de plechtigheid deze week sprak over 'de verbondenheid van onderzeedienstpersoneel' moest ik toch flink lachen. Wat een komediant is die meneer Borsboom zeg!!