Afscheid van mijn held

Het is 24 oktober 1997. Ik word op werk gebeld door mijn zwager, met het bericht dat het niet goed gaat met pa.  Hij is met spoed het ziekenhuis in gegaan. Vanuit Den Bosch haast ik me richting Leiderdorp. Met mamma ga ik naar het ziekenhuis. Pa zit op de rand van zijn bed als we de broeierige zaal binnen komen. Hij glimlacht en is merkbaar blij ons te zien. We praten wat bij en hij zegt dat ie straks weer naar huis mag. Zoals gewoonlijk klinkt alles normaal, rustig. "Vanmiddag ga ik naar huis", zegt pa opgelucht. Hij klinkt wat minder stoer dan anders. Hij ziet er niet meer uit als de held van toen. Pa vindt doktoren, ziekenhuizen enz. maar niks. Als we afscheid nemen lacht ie opgewekt. Samen met mamma loop ik de zaal uit. Bij de deur kijk ik nog even achterom. Even lijkt het erop dat ik naar het verkeerde bed kijk. De man op het bed zit ineen gedoken, is klein en kijkt droevig voor zich uit. Pas later zou het tot me doordringen, dat het wel degelijk pa was, een afscheid nemende pa. Thuis wordt alles voorbereid op pa's thuiskomst. Er is een bed aangevraagd bij de Thuiszorg. Het is vrijdagmiddag en aangezien er een aantal zusters van mij rondloopt, besluit ik om maar naar huis te gaan en de volgende dag weer te komen. Zaterdagochtend, kwart over zeven gaat de telefoon. "Pa is overleden" klinkt het paniekerig door de telefoon. Ik schrik me rot. En dan opeens zie ik hem weer op dat bed zitten, toen mamma en ik de dag daarvoor de ziekenzaal verlieten.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten