 |
September 1956 voor vertrek naar Nieuw Guinea |
Het is nazomer 1952. Het touwtje hangt zoals gewoonlijk door de brievenbus van Resedastraat 74a als ik van kleuterschool kom aangerend. Als ik het halletje binnenkom ruik ik
het al : pa is thuis! Ik stuif de trap op, terwijl ik "pappa, pappa!"
roep. Als ik de huiskamer binnenkom zit pa op de grond. Er liggen wat spullen
tussen de gespreide benen voor hem, twee oranje sigarettenblikjes en wat
glimmende munten met lintjes eraan. Ik vlieg hem om de nek en probeer hem te
knuffelen. "Nou jôh, genoeg" moppert pa, terwijl hij mij wegduwt. Pa
is vaak lang weg. Dan is hij aan het varen in een onderzeeboot. Eigenlijk twee,
want eerst zat ie op de "Zwaardvis" en nu kwam ie net van de
"O24". Mamma ziet er ook blij uit en samen zitten we op de bank en
kijken zwijgend naar die man op de grond. Vol bewondering, want mijn pa is bij
de Marine. Pa laat de munten met lintjes in de doosjes vallen, dekt ze af met
watten en bergt het op in het kastje van het dressoir. Vanmiddag blijf ik
thuis. De geur van dieselolie snuiven.
Mooi verhaal om zo te lezen, ik snap alleen niet de link van het snuiven van dieselolie , maar dat zal vast en zeker een spreekwoord of iets dergelijks zijn.
BeantwoordenVerwijderenDank je Hendrik. Ik begrijp het misverstand. Voor de duidelijkheid had daar moeten staan 'de geur van dieselolie snuiven'. Ik heb het even aangepast.
BeantwoordenVerwijderen